Van zelf vuur maken tot leven zonder geld

Leer je eigen boontjes doppen

Bushcraft, volks- en buurtmoestuinen, transition towns: zelfvoorzienend zijn is (weer) helemaal in de gratie. Met de juiste tools en technieken kom je een heel eind, zowel in de natuur als in de stad. De crux zit 'm in iets wat we in onze maatschappij zijn verleerd: vooruit denken.

Bepakt met een rugzak banen we ons een weg door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug bij Leersum. Het basiskamp, waar Siegurd van Leusen ons de beginselen van bushcraft gaat bijbrengen, ligt in 'the middle of nowhere'. Althans, zo lijkt het. In Nederland is de dichtstbijzijnde weg nooit echt ver, maar het gaat om het gevoel.
Het is een prachtige najaarsdag die uitnodigt om eens lekker tegen een boomstam van het zonnetje te gaan genieten. Maar daar komt niets van in. Siegurd, die zelf meerdere opleidingen bij de Britse bushcraft expert Ray Mears volgde, legt uit: 'Bij bushcraft is regel nummer 1: vooruit denken. In principe ga je altijd uit van het 'worst case scenario', namelijk dat het koud en nat is. We hebben straks een onderkomen en vuur nodig en dus droog materiaal. Het is op dit moment misschien zonnig en droog, maar je weet niet hoe het weer er over een paar uur uitziet. Nu is dus de tijd om je onderkomen voor vannacht - een bladerhut - te bouwen, hout te sprokkelen en tondel (licht ontvlambaar materiaal zoals gras, houtkrullen) te verzamelen.'
Een uur later zijn we terug met alle benodigde materialen en kunnen we aan de slag. Siegurd laat twee verschillende methoden zien om vuur te maken, daarna mogen we het zelf proberen. Geen idee dat een vuurtje stoken met slechts een vuursteentje, wat verkoold katoen en een metalen voorwerp zo'n kick kon geven. De andere methode werkt met een firestick en schraapsel van een berkenbast. Dankzij de olie in de berkenbast - wat een zwarte rook veroorzaakt - brandt het snel en goed. We bouwen de hut, leren touw maken van brandnetel, maken een kookstellage, eten forel met gepofte aardappel en wassen af met een 'spons' van mos.
Eten en drinken wordt bij de introductiecursus bushcraft verzorgd. Siegurd: 'Het gaat hier puur om het aanleren van de technieken. Goed eten en goed slapen is dan belangrijk. Daarom mogen mensen ook hun eigen tent meenemen. Bij de cursussen voor gevorderden, die in het buitenland zijn, ga je wel helemaal zelfvoorzienend te werk.'

Uit je comfort zone
Hoewel het misschien anders doet vermoeden, is bushcraft niet hetzelfde als survival. 'Bij survival heb je geen keuze, dan kom je in een situatie terecht waarin je móet overleven. Bushcraft leert je op een ontspannen manier de technieken waarmee je in een noodsituatie langer kunt overleven. Het is dan ook een misverstand dat je een avonturier à la Bear Grylls zou moeten zijn om bushcraft te doen. In veel Europese landen zit je tijdens het wandelen of fietsen al snel in 'the middle of nowhere'. Die vrouw die tijdens het wandelen in Spanje de groep kwijtraakte en pas na 40 dagen werd gevonden, heeft het overleefd met gezond verstand en doorzettingsvermogen. Maar als je een paar basistechnieken kent, is overleven een stuk makkelijker. Ook omdat je minder snel in paniek raakt. Want wat doe je als je verdwaalt, als je gasbrander kapot gaat of als je je enkel breekt en niet verder kunt? Met bushcraft leer je de nodige mes- en zaagbehendigheid en ook hoe je water kunt vinden en zuiveren, hoe je snel knopen kunt maken en welke planten een medicinale werking hebben. Geluk kun je afdwingen als je goed bent voorbereid. Daarom moet je het verzamelen van droog materiaal om vuur te maken niet op het laatste moment aan laten komen, want als het regent heb je niks. En onderweg let je op wat er zoal groeit aan bosvruchten, zodat je het later kunt terugvinden. Als je leert de natuur niet als tegenstander, maar als medestander te zien, zul je je er thuis gaan voelen. Dat is waar bushcraft over gaat: je vertrouwd maken met alles wat de natuur te bieden heeft. En daar hoort ook een stukje natuurbeleving bij. Zodra de zon onder gaat, vallen andere geluiden ineens op. Eikels die naar beneden vallen, de blaf van een ree, geritsel in de bladeren en de schreeuw van een vos. Siegurd: 'Voor veel mensen is dat een heel spannende ervaring. Maar het leuke aan Nederland is dat je uit je comfort zone wordt gehaald, zonder dat er gevaar is. Wilde dieren zijn wel nieuwsgierig, maar zullen met een grote boog om je heen gaan. Dat laatste overtuigt me om voor het slapen gaan een douche te nemen. Het is niet meer dan een zak gevuld met warm water, opgehangen aan een tak, maar de ervaring van douchen in een donker bos is wel erg bijzonder. Als ik helemaal rozig m'n slaapzak openrits en daar twee pissebedden aantref, moet ik wel even een paar keer diep ademhalen. Niet teveel nadenken over wat er allemaal door de hut kruipt en sluipt. Ook dat is natuurbeleving.

Streven naar onafhankelijkheid
Het aanleren van technieken om te overleven wordt steeds populairder, net als initiatieven waarbij mensen (deels) zelfvoorzienend gaan leven. Waar komt die behoefte om terug te keren naar de basis vandaan? Kees Duijvestein, professor Duurzame Ontwikkeling voor de Gebouwde Omgeving: 'De maatschappij is in 50 jaar tijd verandert van heel sociaal naar heel individualistisch. Daar komt nu een extra dimensie bij: de behoefte om onze eigen boontjes te doppen. Steeds meer mensen beginnen zich te realiseren hoe afhankelijk we zijn. Op het gebied van energie bijvoorbeeld. We denken dat we alles onder controle hebben, maar nu Rusland ineens de vijand is geworden, blijkt pas hoe afhankelijk we zijn. Zo zijn we ook de tweede zuivelexporteur van de wereld. Maar om onze koeien te voeren, hebben we sojabonen uit Zuid-Amerika nodig. Die afhankelijkheid maakt dat steeds meer mensen zich afvragen wat we zelf kunnen regelen en wat we echt elders vandaan moeten halen.' Cultuurfilosoof Antonia Mazel is het met Duivesteijn eens. 'Dit soort behoeftes komt meestal voort uit onvrede met de maatschappij. En vaak is er een noodzaak, zoals oorlog of sociale onzekerheid. Het is een beweging die gaat met ups and downs. Zo had je begin 1900 de reformbeweging en in de jaren '60 en '70 van de vorige eeuw de hippies. En vandaag de dag zie je dat jongeren in landen als Spanje, Portugal en Griekenland massaal naar het platteland trekken om hun eigen voedsel te verbouwen en elkaar te helpen, puur omdat er door de economische crisis in de steden geen uitzicht meer is op werk. Het zijn meestal jongeren die zo'n beweging in gang zetten, omdat vooral zij onafhankelijk willen zijn en zich daarom richten op iets waar ze wel controle over hebben. Zo ontstaan communities, gesloten systemen waarin je elkaar helpt zodat je niet of minder afhankelijk bent van maatschappelijke instanties. Op dit moment zie je met name in de Verenigde Staten steeds meer lokale economieën ontstaan die leven van ruilhandel. In Nederland gebeurt dat op beperkte schaal in zogenaamde 'transition towns'.'

Edele wilde
Ook compensatie voor het gemis om fysiek bezig te zijn en de verbondenheid met de natuur, speelt volgens Mazel een rol bij de behoefte aan autarkie. 'In onze consumptiemaatschappij is alles gebaseerd op consumeren en gemak. En het werk is, zeker sinds de opkomst van de digitale media, vooral mentaal. Maar we zijn een biologisch wezen, niet gemaakt om de hele dag achter een beeldscherm te zitten.' De behoefte om ook fysiek bezig te zijn, maakt dat alles wat je met je handen kunt doen - do it yourself (DIY) - razend populair is. Van koken tot knutselen en repareren. Onder jonge designers vindt een herwaardering van oude ambachten plaats. En het zelf verbouwen van groenten en fruit in buurtmoestuinen en volkstuinen raakt aan zowel de behoefte fysiek bezig te zijn als je verbonden te voelen met de natuur.
Opvallend is wel dat deze ontwikkeling zich voornamelijk afspeelt in stedelijke gebieden, waar het langzaam maar zeker een statussymbool lijkt te worden. Mazel: 'Dat komt omdat we daar meer compensatie nodig hebben dan op het platteland. Het grootste deel van de werkende bevolking woont in de stad en probeert zo invulling te geven aan het gemis. Op het platteland weet men dat het verbouwen van groenten vooral hard werken is, maar in de stad worden het plattelandsleven en de natuur geromantiseerd. Dat was in de achttiende eeuw al zo. Toen had Jean Jacques Rousseau het over de edele wilde, de primitieve mens in zijn natuurlijke, onbedorven staat, die leeft in harmonie met de natuur, vrij en onafhankelijk. Volgens hem raakte de mens door de maatschappij bedorven en vervreemd van zichzelf.'
Die romantisering verklaart ook de enorme toename van recreatie in de natuur. Het is een manier om de controle juist even los te laten. Mazel: 'Wij leven in een maatschappij waarin alles erg geordend en geregeld is. Er is heel veel controle, zonder echte gevaren. Maar ergens hebben we als mensen toch behoefte aan echte, authentieke ervaringen om het tegenovergestelde - hoe het is om geen controle te hebben - te ervaren. Op die manier ontstond de zogenaamde beleveniseconomie, waarbij je letterlijk authentieke ervaringen koopt. Het probleem is dat het gemis niet weg is met één authentieke ervaring. In plaats van consumeren kun je je dus beter afvragen hoe je die behoeftes in je dagelijkse leven kunt integreren.'

Overleven in de stad
Moeten we ons dan massaal terugtrekken in hutjes op de hei? 'Nee', zegt Kees Duijvestein. 'Ook in de stad zijn voldoende mogelijkheden om (deels) autarkisch te leven. Zelf heb ik jarenlang een volkstuin gehad bijvoorbeeld. Het mooie daaraan vind ik dat het je bewust maakt van hoeveel moeite het kost om een krop sla, die je in de supermarkt voor € 0,65 koopt, uit de grond te halen. Je moet enorm bedreven zijn om geen slaaf van je eigen volkstuin te worden.' Supermarktketen Jumbo speelt hier handig op in door in de nieuwe reclame voor hun groenten het hebben van een moestuin terug te plaatsen in het tijdperk van de geitenwollensok. Ze laten zien dat een moestuin veel te veel tijd kost en dat het bovendien vaak mislukt. Maar voorstanders beweren dat het vooral voldoening geeft om je eigen boontjes te doppen. Zo omschrijft de Amerikaanse stadstuinder Ron Finley het als volgt: 'Growing your own food is like printing your own money.'
Robin van Stokrom ging nog een stap verder. Hij koos ervoor om vijf jaar lang zoveel mogelijk zonder geld te leven, in Amsterdam. Een jaar lang gebruikte hij helemaal geen geld en het geld voor vaste lasten zoals de huur werd gedoneerd door vrienden en mensen die kwamen logeren. 'Het idee is ontstaan doordat ik zelf graag dingen deel. Bovendien ontmoette ik tijdens mijn reizen mensen die al jaren met heel weinig geld leefden. Het inspireerde me en ik begon het als een uitdaging te zien om meer van het leven te ontdekken. Wat betekent het eigenlijk als je honger hebt en om eten moet vragen? Het dwingt je om op een bepaalde manier afhankelijk te zijn van je medemens. Zelfvoorzienend leven klinkt heel autonoom, maar je bent hoe dan ook afhankelijk van je omgeving, van wat de aarde en de mensen om je heen je geven.'
In het begin is het lastig om zonder geld toch rijk te kunnen leven, weet Van Stokrom. 'Het is net als met een moestuin: voor iemand die weet hoe het moet, is het makkelijk.' Klein beginnen, doorzetten en vooruitdenken is het devies. 'Je moet leren om geld heen te denken. Als we een behoefte hebben, gaan we automatisch kijken waar we het kunnen kopen. Maar als je besluit het niet te kopen, ga je je afvragen of je er ook op een ander manier aan zou kunnen komen. In feite provoceer je jezelf om creatiever te gaan nadenken. Langzaam maar zeker kom je erachter dat de stad alles te bieden heeft wat je nodig hebt. Er zijn weggeefwinkels met gratis spullen, je kunt dingen ruilen of delen en tijdens ophaaldagen voor grofvuil vind je langs de straten allerlei prima spullen die je wellicht kunt hergebruiken. Eten kun je volop vinden in afvalbakken (zie ook het kader) of je kunt erom vragen bij winkels of volkstuinen. Het kost tijd om te onderzoeken waar je wanneer moet zijn, maar als je dat eenmaal weet, is het makkie.'

Samenwerken, delen & ruilen
Zo extreem hoeft het natuurlijk niet. Maar willen we onafhankelijker worden, dan vraagt dat wel om de nodige aanpassingen. Duijvestein: 'Bushcraft leert ons op een extreme manier dat we vooruit moeten denken. Onze huidige economie is puur gericht op groei in volume op de korte termijn. Maar zoals we hebben ervaren, stort de boel in zodra de omstandigheden minder gunstig zijn, omdat we niet goed zijn voorbereid. Dat is met overleven in de natuur niet anders. Als je pas hout gaat zoeken als het slecht weer wordt, ben je te laat. Het is dus zaak om in het hier en nu goede oplossingen bedenken om later problemen te voorkomen. Op het niveau van een huishouden zou je bijvoorbeeld kunnen denken: als mijn huis over 50 jaar vernieuwd moet worden, plant ik nu alvast een boomgaard van eikenbomen. Maar ook op landelijk niveau kunnen we van alles doen. Stel dat we als Nederland meer autarkisch zouden willen zijn op het gebied van voedsel, dan vraagt dat om een aanpassing van ons eetpatroon. We zouden minder vlees en vis moeten eten, want daar moeten we nu grondstoffen voor invoeren uit het buitenland. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat het in Nederland nooit op dezelfde schaal mogelijk zal zijn als in landen als Australië, Canada en Italië, domweg omdat de grond bij ons te duur is. In de jaren '80 opperde ik eens een idee om in vinexwijken stroken met volkstuinen aan te leggen. Dat kon wel, maar dat kostte dan 300 gulden per vierkante meter. Dan wordt de sla wel erg duur betaald. Inmiddels zijn er vanuit verschillende gemeentes wel steeds meer initiatieven om braakliggende stukken grond te gebruiken voor bijvoorbeeld stadslandbouw. Op energiegebied gebeurt ook al heel veel. Steeds meer huishoudens kunnen zowel thermisch (stadsverwarming) als elektrisch (zonnecellen) volledig leven van natuurlijke bronnen en houden soms zelfs over zodat ze ook aan anderen kunnen leveren. De volgende stap is het opvangen en filteren van regenwater om te douchen, te wassen en de wc te spoelen. En er moeten betere oplossingen komen om afval te recyclen. De veestapel bijvoorbeeld zorgt nu voor veel mest dat op het land wordt gegooid en op de lange termijn zowel het drinkwater als de natuur vervuilt.'

Als we onze eigen boontjes leren doppen, betekent dat automatisch minder economische groei. Maar de samenleving wordt uiteindelijk stabieler én socialer, want we zullen meer moeten samenwerken, delen en ruilen.  Maar laten we beginnen met stap 1: vooruit denken. Wat kun jij nu doen om over een x aantal jaar meer zelfvoorzienend te zijn?

Overlevingstechnieken
Tijdens de basiscursus bushcraft leer je technieken in de volgorde van het belang om te overleven.

 1. Een onderkomen bouwen
Vocht is in Nederland een probleem, maar er bestaat een speciale manier van hutten bouwen met takken en bladeren die je beschermt tegen vallend vocht. Ook leer je haringen maken waarbij je meteen veilig leert omgaan met een zakmes. En je leert snel knopen, zodat je bijvoorbeeld een tarp kunt vastzetten.

2. Water vinden en zuiveren
Je kunt slechts drie à vier dagen zonder water. Het is dus belangrijk dat je weet waar je water kunt vinden en hoe je het kunt zuiveren. In Nederland kun je oppervlaktewater nergens zomaar drinken. Als je het niet kunt zuiveren door het te koken, kun je beter regenwater drinken. Als het niet regent, kun je het vinden door bijvoorbeeld sterretjesmos uit te wringen. Zuiveren kan door het regenwater door een fijngemaast doek (of kledingstuk) te laten sijpelen en weer op te vangen.

3. Vuur maken
Vuur is belangrijk om jezelf warm te houden en om water te kunnen zuiveren, maar ook om muggen en wilde dieren op afstand houden. Je leert verschillende technieken om vuur te maken zonder aansteker en ook wat je wel en niet moet doen om een goed vuur te stoken. Zo moet een vuur niet te groot te zijn, want hoe groter hoe meer brandstof je nodig hebt.

4. Eten zoeken
Eten is het minst belangrijk, omdat je 30 dagen zonder zou kunnen. De Nederlandse natuur biedt, behalve in de winter, genoeg wat je zou kunnen eten. Er zijn brandnetels waar je soep of thee van kunt maken, allerlei soorten bosvruchten (vlierbessen, bosbessen, bramen), tamme kastanjes, paddenstoelen, honing van wilde bijen. En in geval van nood zou je zelfs kikkers, hagedissen, vissen, konijn, ree, egel en insecten kunnen eten. Om te overleven moet je weten wat er in welk seizoen groeit, waar je het kunt vinden en wat je wel en niet kunt eten. Zo kun je beter geen vlees eten van vleeseters zoals vossen, marterachtigen en dassen vanwege de bacteriën en zijn veel paddenstoelensoorten giftig. Ook bosvruchten die op enkelhoogte groeien kun je beter niet rauw moet eten, omdat daar bacteriën van de uitwerpselen van dieren aan kunnen zitten.

Wil je de verschillende overlevingstechnieken leren kennen? Staatsbosbeheer (www.staatsbosbeheer.nl) biedt in diverse natuurgebieden leuke excursies aan. Wil je een langere cursus waarbij je leert om de technieken zelf onder de knie te krijgen, dan kun je een bushcraft cursus boeken bij Siegurd (www.siegurd.nl). 

Leven zonder geld
Net als in de natuur kun je ook in de stad overleven zonder geld. Dat lijkt lastig, maar voor iemand die weet hoe het moet, is het makkelijk. Enkele tips:

Gratis eten

  • Ga dumpster diven! In containers van (kleinere) winkels vind je vaak bakken met groenten, fruit en brood dat aan het einde van dag wordt weggegooid. Genoeg om goed van te eten en vaak nog prima voedsel. Je kunt ook vlak voor sluitingstijd langs winkels gaan om te vragen of ze iets over hebben. Sommige, vooral kleinere, winkels zijn er speciaal naar op zoek. Goede plekken vind je op Trashwiki.org of Dumpsterdam.nl

  • Foodsharing.nl is een online plek waar mensen overgebleven eten aanbieden. Het gaat meestal om voedsel dat nog prima te eten is maar wat de persoon die het deelt niet wil hebben.

 Gratis spullen

  • Weggeefwinkels zijn plekken waar je alle (tweedehands) spullen gratis kunt meenemen. Op de website Weggeefwinkels.nl vind je een lijst met winkels door het hele land.

  • Ook op internet kun je enorm veel gratis spullen vinden, onder andere via deze websites: Freecycle.org, Gratisoptehalen.nl, Gratisaftehalen.nl, Allesgratisafhalen.nl, Facebook.com, Marktplaats.nl.

  • Langs de straten vind je vaak prima spullen. Check welke dag de vuilophaal is en sla je slag.

Ruilen
Er bestaan ruilwinkels, maar je kunt ook iets doen als tegenprestatie. Ben je kunstenaar dan kun je jouw kunst bijvoorbeeld ruilen tegen de boekhouding bij een accountant. Of je kunt koken voor iemand die jou helpt met het repareren van je fiets.

Spullen delen
In plaats van zelf spullen te hebben, kun je ook je buren vragen om spullen van ze te lenen. je kunt het ze persoonlijk vragen of gebruik maken van websites als Peerby.nl en Spullendelen.nl

 Gepubliceerd in Discovery Magazine Nederland.